3 miljard

Ik heb gevoelens soms die ik niet goed keur.
Ik voel ze, ik voel ze soms sterk.
Domme nationalistische gevoelens.
Zo misplaatst en zo niet meer van deze tijd.
Maar toch heb ik ze, die gevoelens.
Ik krijg er last van als ik een Turkse minister verschrikkelijk arrogant hoor praten op tv.
Die stem, die arrogantie, die taal helpt ook echt niet mee.
Ik krijg last van nationalistische gevoelens als ik hoor van groepen Marokkanen die buurten terroriseren.
Dát is toch écht te erg voor wóórden.
De bezem erdoor, weg ermee. Pleur op.
Maar dat komt érgens vandaan. Die onvrede en arrogantie. Denk ik dan.
En…. ik geloofde mijn oren niet, die hele zwarte pieten discussie.
Ik bedoel, bij mij is Piet niet vaak geweest maar het is zo Nederlands, hoezo mag dat niet?
Ik zal eerlijk zijn, ik scheer soms hele hordes gekleurde medemensen over één kam.
Ik vind het dom van mezelf.
Ik schaam me er ook voor.
En al helemaal als ik thuis kom en ik gedag zeg tegen die hele aardige, en niet onaantrekkelijke buurt moslima.
En niet te vergeten mijn verschrikkelijk aardige en sympathieke Surinaamse flatgenoot.
Ik leef overigens in een multiculturele buurt en ik ben er trots op.
Dat was anders daar waar ik opgroeide. In de eerste 23 jaar van mijn leven kwam ik nauwelijks in aanraking met allochtonen.
Het is wennen en open staan en vooral die angst weren.
Het is pure angst.
Angst is een slechte raadgever.
Het willen vasthouden aan normen en waarden.
Zijn die waarden wel oke?
Je kan het je afvragen.
Onze cultuur staat onder druk. Maar volken verhuizen en vermengen en we zullen toch moeten mixen. Over 33 jaar zijn er 3 miljard meer mensen op deze wereldbol.
3 miljard…
We moeten veranderen.

Postkoloniale agressie

‘Ik verwelkom je gelijk’
Dat zei een surinaamse man terwijl hij me met gemene oogjes aankeek.
Ik liep op dat moment een parkeergarage in.
Ik hoorde nog wat vage woorden over racisme.
Ik voelde me niet welkom.
Maar reageren op zo’n man is niet verstandig.
Hij keek me na, ik keek naar hem.
Ik stapte in mijn auto en reed weg.
Ik zie hem in mijn spiegel uitdagend naar me kijken.
Het is niet de eerste keer.
Een keer in de zoveel tijd wordt ik op agressieve manier benaderd.
En als ik dan vraag waarom, dan blijkt het een postkoloniale agressie te zijn.
Ik doe niemand kwaad. Ik loop daar. Dus waarom ik.
En wat een onzin. Hoezo postkoloniale agressie.
Ja oke we deden aan slavenhandel. Nederland heeft gebieden uitgebuit en mensen onderdrukt.
Zo nu en dan neemt een nakomeling van die toestand mij dat kwalijk.
Ach ik schud onopvallend mijn hoofd en maak dat ik wegkom.